Er leven 28 bekende soorten in Noord-Europa die in acht genera geplaatst zijn.
De meeste spinnen die tot deze familie behoren hebben verlengde spintepels.
Tot deze familie behoort de welbekende renspin, ook wel bekend als huisspin
(Tegenaria).
Deze spinnen weven een buisvormige vluchtplaats aan één kant
van de horizontaal gebouwde mat. De mat bevat geen kleefstof maar is vervaardigt
van een zeer fijn spinsel waarin vele kris kras lopende draden zijn aangebracht.
Als een prooidier op de mat terechtkomt dan snelt de spin er naar toe en sleept
de prooi naar haar vluchtplaats waar ze het slachtoffer verorbert.
De eicocon wordt in de buisvormige vluchtplaats bewaakt door zowel het mannetje
als het vrouwtje.
Genus Agelena
Tot dit genus behoren in Europa twee soorten. Ze leven op een horizontaal geweven
web tussen het gras, struikgewas of boomwortels. Het kop-borststuk is plat en
ze hebben lange harige poten.
De spin maakt een schuilplaats in een tweede buisvormige web in de buurt van
het vangmatweb.
Agelena labyrinthica. Zij leeft tussen lage vegetatie en struikgewas. Het wijfje bewaakt haar jongen tot haar dood. | |
Agelena similis lijkt op Agelena labyrinthica maar heeft een rood-bruine streep op haar buik. |
Agelena gracilens | Agelena gracilens |
Agelena sp. | Agelena sp. |
Genus Coelotes
In Europa zijn drie soorten bekend. De spin leeft in bossen waar ze op de grond
tussen hout en stenen een buisvormige schuilplaats maakt. Rond de ingang wordt
een kraag van spinweb gemaakt. De tunnel kan ongeveer 10 cm diep worden.
Het vrouwtje voedt haar jongen door het verteerde voedsel op te braken of door
een prooi met haar jongen te delen. Zij voedt haar jongen tot ze dood gaat.
De spin wordt 8 - 15 mm groot.
Coelotes terrestris (lijkt erg op Coelotus atropos).
Deze spin vindt vaak de dood in doeken, bezems en stofzuigers. Zij staat ook
wel bekend als huisspin of renspin.
Elf soorten zijn er bekend in NW-Europa. Bijna alle soorten maken een horizontale
mat van fijn spinsel met een buisvormige schuilplaats aan één
kant van de mat.
Van vrouwtjes die in woonhuizen leven is bekend dat ze meerdere jaren oud kunnen
worden.
De spin brengt het overgrote deel van de tijd door op haar web. In de late zomer
en de herfst gaat het mannetje op zoek naar een vrouwtje. De langbenige spin
jaagt ons dan soms de stuipen op het lijf omdat hij met grote snelheid door
het huis rent. De mannetjes brengen na de copulatie enkele weken door met het
vrouwtje. Het vrouwtje bewaakt haar eizakjes tot de eitjes uitkomen en de jongen
de moeder verlaten.
Tegenaria atrica is tussen de 6 en 10 mm groot. De tekening is variabel.
Deze spinnen leefden vroeger in en nabij grotten. Ze kunnen vrij snel voortbewegen op hun lange poten en leven van kleine lopende insecten die met hun poten verstrikt raken in het web.
Onder |
|
Jongen na een vervelling. Let op de lege velletjes.
Tegenaria agrestris ook wel bekend in de USA als Hobo spider. Zij wordt
ook wel Tegenaria aggressive of 'agressieve huisspin' genoemd. Deze spin is
waarschijnlijk door de 'Pelgrim fathers' naar de USA gebracht en is geëvolueerd
tot een agressieve spin met een beet die weefselbeschadiging veroorzaakt. Zij
werd in 1930 voor het eerst ontdekt en is sinds 1960 in de 'Pacific North West'
de meest algemeen voorkomende huisspin geworden omdat ze daar bijna geen natuurlijke
vijanden heeft. De spin Tegenaria gigantea schijnt haar enige vijand
te zijn. Van de Tegenaria agrestris soort die in Europa voorkomt is het
nare gedrag niet bekend.
Zie ook: Hobo spider site.
Tegenaria parietina mannetje |
Tegenaria parietina mannetje |
Tegenaria duellica (gigantea) ©Lionel Dabat |
Tegenaria silvestris |
Tegenaria agrestis | Tegenaria agrestis |
Tegenaria ferruginea | Tegenaria ferruginea |
Genus Textrix
Textrix denticulata. Dit prachtige spinnetje heeft een lengte van 6 - 8 mm. Ze is erg snel en lijkt op een wolfspin maar is te herkennen aan haar lange spintepels. |
Ed Nieuwenhuys, 26 oktober 2005