In deze familie komt in Europa maar één soort voor. De andere soort, Nesticus eremita, komt sporadisch voor.
In Nederland schijnt Nesticus cellulanus niet algemeen te zijn.
De soort maakt een web van kris-krasdraadjes waarvan de draden met lijmdruppels bij de aanhechtingspunten. De prooi bestaat voornamelijk uit kruipende insecten.
Ze leven in vochtige, donkere ruimten. Deze is gevonden in de put van mijn watermeter. Ze heeft opvallend lange voorpoten.
De vrouwtjes dragen de eicocon aan de spintepels, zoals wolfspinnen, met een diameter die soms groter kan zijn dan de spin zelf.
Nesticus cellulanus lijkt erg op de lijmspuiter, Scytodes thoracica, die ook vaak in huis te vinden is.
|