Zenuwstelsel en zintuigen, de poten |
Zenuwstelsel en zintuigen Het zenuwstelsel van de spin bestaat uit de hersenen van waaruit de
zenuwvezels lopen. In de cephalothorax (kop-borststuk) bevinden zich twee
concentraties van ganglia die de hersenen vormen. Zij nemen 20 - 30 % van
de cephalothorax in. Zenuwbanen vertakken zich naar de poten, het
achterlijf en de ogen. |
|
Gehoorhaar van Amaurobius similis (bg) |
|
|
|
Wolfspin (Lycosidae) |
Scherpoogspin (Oxyopidae) |
Springspin (Salticidae) |
De ogen zijn van spin tot spin in verschillende mate ontwikkeld.
Spinnen die zonder web jagen, zoals de wolfspinnen (Lycosidae),
scherpoogspinnen (Oxyopidae) en de springspinnen (Salticidae),
hebben een zeer goed ontwikkeld gezichtsvermogen.
Springspinnen zien bijna net zo goed en misschien wel even goed als de mens. Met
experimenten is aangetoond dat zij zelfs in staat zijn kleuren te onderscheiden.
Grotspinnen die in donkere grotte leven hebben daarentegen soms helemaal geen
ogen en moeten het hebben van geluid en gevoel.
Onze bekende wielwebspin, Araneus diadematus, heeft kleine
oogjes. Zij zijn minder afhankelijk van het zien van de prooi. Zij hebben
een goed bewegings- en plaatsbepalingsmechanisme ontwikkeld, dat hen in
staat stelt zeer snel de beweging in het web te lokaliseren. |
|
Araneus diadematus |
De poten
Poot van Eresus sandaliatus. Deze spin klimt niet uit de wasbak |
Naast de eerder besproken haarfuncties, om te horen en te
ruiken, op de poten van spinnen zijn de poten nog een verdere bestudering
waard. De poot bestaat uit zeven segmenten. Vanaf het lichaam gezien zijn
dat: coxa, trochanter, femur, patella, tibia, metatarsus en tarsus. |
Fijne haartjes op tarsi Pardosa sp. (bg) |
|
|
Detail van de poten van de wielwebspin Larinioides sclopetarius |
Diverse poten |
Spinnen met webben hebben haakjes aan de poten. Dit is ook de reden dat ze
niet over gladde oppervlakten kunnen lopen maar wel goed aan webdraden kunnen
hangen. Een kruisspin hangt met de haakjes aan zijn draad en door de haakjes
samen te knijpen weet hij zich vast te houden. Dat hij niet aan zijn eigen web
vastplakt komt omdat hij zich met een rukje losmaakt van het kleverige oppervlak
en zich ook voornamelijk langs de radiale draden beweegt die geen lijm bevatten.
De voorbeweging van de spin is deels hydraulisch. Door de bloeddruk in de poot
te variëren kunnen ze de poot strekken of buigen. De springspin ontwikkelt
hiermee een springkracht die het mogelijk maakt om 25 keer zijn lichaamslengte
te springen! Dat het hydraulische systeem van spinnen goed werkt is te zien als
we de poten van een springspin vergelijken met die van een sprinkhaan. Bij de
springspin is niet te ontdekken dat zijn achterpoten voornamelijk voor het
springen gebruikt worden. De sprinkhaan heeft twee geweldig gespierde poten
nodig om een vergelijkbare prestatie te leveren.
|
|
De poten van de springspin, Philaeus chrysops in vergelijking met de poten van de sprinkhaan Miramella alpina |
Ed Nieuwenhuys, 24 maart 2023
11 mei 2013, 30 augustus 2008, jan 2004, maart 1999