Hoofdstukken
Algemeen |
|
Deze pagina's zijn ook in één pdf file te zien: De spin.pdf.
<-- Naar de start van de spinnensite
Algemeen
Sesia apiformis, wespvlinder, een insect |
Dolomedes fimbriatus, een spin |
Spinnen worden vaak verward met insecten. Een paar opvallende verschillen
toont aan dat het hier om een ander beestje gaat.
Een zeer opvallend kenmerk is dat een spin acht poten heeft terwijl een insect
maar zes poten bezit.
De ogen zijn ook verschillend. Insecten hebben twee samengestelde facetogen
terwijl spinnen vaak meerdere op zich zelf staande enkelvoudige ogen met lenzen
hebben. Spinnen hebben meestal acht ogen en sommige families zes ogen.
Spinnen hebben geen antennen en geen vleugels, insecten wel.
Dit zijn eenvoudig te herkennen verschillen Bij nadere bestudering zijn veel
meer verschillen te zien. Er zijn ook veel overeenkomsten.
Een belangrijke overeenkomst is dat beiden een extern skelet (exoskelet) hebben.
De harde delen zitten aan de buitenkant terwijl die bij zoogdieren inwendig zijn
(de botten). Het hart bevindt zich op de rug.
“Ademen” vindt plaats met behulp van tracheeën en of boeklongen. Insecten en
spinnen ademen niet actief. Het zuurstoftransporteiwit is geen hemoglobine maar
hemocyanine.
Taxonomie
Organismen zijn ingedeeld volgens een systeem. Dit heet taxonomie en is
gebaseerd op de systematische indeling van organismen. In 1758-59 publiceerde
Carolus Linnaeus de tiende druk van Systema Naturae waarin hij de levende wezens
classificeerde. In de loop der jaren verbeterden biologen dit systeem waarin
eencelligen aan de bodem staan en de top wordt ingenomen door complexe
meercelligen. Door nauwgezette bestudering van het organisme is het mogelijk om
een levend wezen in dit systeem te plaatsen.
Tegenwoordig is door analyse van het DNA een nauwkeurige positionering van het
organisme mogelijk. Dit heeft als gevolg dat er veel beweging in de
classificering zit. Na DNA-analyse blijkt regelmatig dat de onderzochte soort
niet juist geclassificeerd is en moet de naam aangepast worden.
De spinnen (orde Araneae) zijn samen met de schorpioenen (orde Scorpiones),
pseudoschorpioenen (orde Pseudoscorpiones), Solifugids (orde Solfiguae),
Tartarida (orde Schizomida), staartloze zweepschorpioenen (orde Amblypygi), mini
zweepschorpioenen (orde Palpigradi), de Rinucleids (orde Ricinulei), mijten en
teken (orde Acari), hooiwagens (orde Opiliones) en zweepschorpioenen(Thelyphonidae
) in de klasse Arachnidae geplaatst.
1. Araneae |
2. Scorpionida |
3. Pseudoscorpiones |
4. Solfiguae |
5. Schizomida |
|
Spinnen |
Schorpioenen |
Pseudoschorpioenen |
Solifugids |
Tartarida |
|
6. Amblypygi |
7. Palpigradi |
8. Ricinulei |
9. Acari |
10. Opiliones |
11. Thelyphonidae |
Staartloze zweepschorpioenen |
Minizweepschorpioenen |
Rinucleids |
Mijten en teken |
Hooiwagens |
Zweepschorpioenen |
Volgens deze systematiek valt de spin in:
Stam (fylum) Arthropoda,
klasse (classis) Arachnida,
orde (Ordo) Araneae.
In de orde zijn drie suborden te onderscheiden.
De Mygalomorphae, de primitieve spinnen,
de Araneomorphae, de moderne spinnen en
de Mesothelae, een archaïsche groep spinnen met maar een familie, de
Liphistiidae.
Elke spin behoort tot een familie, in de familie worden geslacht (genus) en
soort (species) onderscheiden. Een kruisspin behoort tot de familie Araneidae,
het geslacht Araneus en de soort diadematus . Geslacht en de
soort worden in schuine letters gedrukt.
Wereldwijd zijn in september 2008 40462 soorten (species) in 3964 geslachten
(genera) van de orde Aranea (spinnen) beschreven.
Van de elf ordes maken de Acarina (mijten en teken) en de Araneae 90% van de
beschreven soorten uit.
In Europa waren in juni 2008 de volgende families met 5400 soorten beschreven: /p>
Familie | aantal | Familie | aantal | Familie | aantal | |||
1 |
Agelenidae | 154 |
21 |
Idiopidae | 2 |
41 |
Salticidae | 459 |
2 |
Amaurobiidae | 95 |
22 |
Leptonetidae | 65 |
42 |
Scytodidae | 14 |
3 |
Anapidae | 6 |
23 |
Linyphiidae | 1550 |
43 |
Segestriidae | 19 |
4 |
Anyphaenidae | 8 |
24 |
Liocranidae | 63 |
44 |
Selenopidae | 2 |
5 |
Araneidae | 179 |
25 |
Lycosidae | 330 |
45 |
Sicariidae | 5 |
6 |
Atypidae | 4 |
26 |
Mimetidae | 11 |
46 |
Sparassidae | 27 |
7 |
Cithaeronidae | 2 |
27 |
Miturgidae | 34 |
47 |
Telemidae | 2 |
8 |
Clubionidae | 73 |
28 |
Mysmenidae | 16 |
48 |
Tetragnathidae | 48 |
9 |
Corinnidae | 34 |
29 |
Nemesiidae | 55 |
49 |
Theraphosidae | 9 |
10 |
Ctenizidae | 11 |
30 |
Nesticidae | 49 |
50 |
Theridiidae | 295 |
11 |
Cybaeidae | 15 |
31 |
Oecobiidae | 49 |
51 |
Theridiosomatidae | 2 |
12 |
Cyrtaucheniidae | 4 |
32 |
Oonopidae | 44 |
52 |
Thomisidae | 210 |
13 |
Dictynidae | 96 |
33 |
Oxyopidae | 14 |
53 |
Titanoecidae | 19 |
14 |
Dysderidae | 348 |
34 |
Palpimanidae | 7 |
54 |
Trochanteriidae | 2 |
15 |
Eresidae | 21 |
35 |
Philodromidae | 106 |
55 |
Uloboridae | 14 |
16 |
Filistatidae | 15 |
36 |
Pholcidae | 97 |
56 |
Zodariidae | 92 |
17 |
Gnaphosidae | 514 |
37 |
Phyxelididae | 2 |
57 |
Zoridae | 13 |
18 |
Hahniidae | 42 |
38 |
Pimoidae | 3 |
58 |
Zoropsidae | 9 |
19 |
Hersilidae | 5 |
39 |
Pisauridae | 17 |
|||
20 |
Hexathelidae | 4 |
40 |
Prodidomidae | 15 |
Aantal species |
5400 | |
Spinnen komen in veel grotere hoeveelheden voor dan je zou verwachten. Een
studie van Bristowe (1947) in Engeland telde in een weiland gemiddeld 130.8
spinnen per vierkante meter. Dat zijn er 130 miljoen per vierkante kilometer.
Een gemiddelde spin eet ongeveer 0.089 g insect per dag. Als we even gaan
rekenen dan zou Nederland met 15 miljoen inwoners en een oppervlakte van 36150
vierkante kilometer ongeveer 5000 miljard spinnen tellen. Zij zouden in drie
dagen alle Nederlanders kunnen opeten. Maar gelukkig eten spinnen geen mensen.
Ze zijn wel goed voor het verorberen van 116 kg insecten per dag per hectare in
deze bewuste weide van Bristowe.
De meeste spinnen zijn niet gespecialiseerd in de keuze van hun prooi maar het
zijn wel bijna altijd insecten.
Voorbeeld van een op één prooi gespecialiseerde spin is de Bolas-spin. Deze
tropische spin verspreidt een feromoon dat mannelijke motten van een specifieke
soort aantrekt. De spin draait met een poot een draadje met daaraan een kleverig
druppeltje vocht rond en vangt hiermee de mot. (Zie pagina 78) Een kunst op
zichzelf. Insecten zijn doorgaans nuttig, hoewel ze ook lastig kunnen zijn. Of
de spin nuttig is of niet is niet te beantwoorden. We hebben ze nodig voor
evenwicht en diversiteit. Mocht de spin verdwijnen dan neemt de wants de vacante
plek met groot enthousiasme over.
Schorpioenen We zullen de Europese spinachtigen wat nader bekijken. Aan de Middellandse zee komen we de eerste schorpioenen (orde Scorpionida) tegen.Het lichaam van een schorpioen bestaat een groot kopborststuk, het prosoma, en een geleed achterlijf, het opisthosoma, waaraan zich een staart bevindt die is uitgerust met een gifangel. Aan het kopborststuk zitten vier paar stevige poten, één paar tasters en één paar scharen. Bij nauwkeurige bestudering kan één paar zwarte puntoogjes op de kop ontdekt worden. Sommige schorpioenen kunnen voor aan de kop nog meer kleinere ogen hebben. De gifangel wordt maar zelden gebruikt om de prooi te doden maar wordt voornamelijk voor de verdediging gebruikt en soms toegepast bij de vangst van grotere prooidieren. De steek van een schorpioen kan voor de mens zeer onplezierig zijn en soms de dood veroorzaken. |
|
Schorpioen, Euscorpius italicus |
Pseudoschorpioenen Een vrij onbekende schorpioensoort is de bastaard- of pseudoschorpioen (orde Pseudoscorpiones). Een zeer klein beestje van enkele millimeters lang dat tussen afgevallen loof, mos, boomschors en in vogelnesten leeft. Ze hebben in verhouding opvallend grote scharen die bij mannetjes net zo lang kunnen zijn als de rest van het lichaam. Ze hebben geen staart en geen gifangel. |
|
Pseudoschorpioen lopend op de onderkant van een kastanjeboleetpaddenstoel, Neobisium species |
Teek, Ixodes ricinus |
Fluweelmijt, Trombidium holosericeum |
Pseudoschorpioen |
Teken en mijten
Teken en mijten behoren tot de orde
Acari. In een ongelooflijke vormendiversiteit vindt men mijten in velerlei
biotopen zoals woestijnen, in het water, tussen loof, in meel, in de
vloerbedekking en zelfs met honderdduizenden in het matras waar ze zich tegoed
doen aan menselijke huidschilfers. Zelfs in haarzakjes en zweetklieren van
mensen zijn mijten aangetroffen. Enkele eiwitten die voorkomen in de ontlasting
van de huisstofmijt veroorzaken allergie en astma.
Een zeer opvallende mijt is de knalrode fluweelmijt. Deze kan regelmatig in de
tuin worden aangetroffen.
Teken zijn negatief in het nieuws omdat ze na een beet de ziekte van Lyme kunnen
overbrengen. De ziekte van Lyme wordt veroorzaakt door een spirocheet
Borrelia burgerdorfi waarmee de teek geïnfecteerd is. Deze bacterie weet
in combinatie met allerlei remmers in het tekenspeeksel ons immuunsysteem te
omzeilen en de stolling plaatseljk te voorkomen. De teek kan zo 1 – 2 weken
ongestoord vloeibaar bloed blijven drinken en de spirocheet in ons lichaam
spugen.
Opiliones
Hooiwagens (orde Opiliones) worden vaak voor spinnen aangezien. Bij hooiwagens zijn de twee delen van het lichaam versmolten. Ze hebben acht poten, tasters en als scharen werkende monddelen. Hooiwagens gebruiken geen gif om hun prooi te doden en maken ook geen spindraad. Boven op het lichaam bevindt zich één paar ogen die zijwaarts gericht zijn. Ze voeden zich met andere geleedpotigen, ongewervelden, dode organismen en zelfs met uitwerpselen. Veel hooiwagens zijn kortbenig, hoewel sommige soorten enorm lange poten kunnen hebben.
Hooiwagen, Mitopus morio |
Hooiwagen, Phalangium opilio |
Ed Nieuwenhuys, 24 maart 2023
11 mei 2013, 30 augustus 2008, jan 2004, maart 1999