Hein de Bruin(IJlst, 22 maart 1899 - Amsterdam, 10 juni 1947) was een Nederlands dichter en prozaschrijver. |
||||||||||||
<-- Naar startpagina | ||||||||||||
Dit is de pagina over Hein de Bruin, mijn grootvader van mijn moeders kant.
Veel van zijn werk is lastig bereikbaar en zijn drukwerk begint te vergelen en te vervallen. Een goed moment om het werk dat in mijn bezit is gekomen te digitaliseren. Deze pagina geeft een kort overzicht van zijn leven en in de gescande artikelen en hyperlinks zijn meerdere details hierover terug te vinden. bijvoorbeeld de brief: De brief, 1942, zonder naam en uitgever, Clandestiene uitgave, herdrukt in "Ebben en Ivoor" De website van Thijs Kramer beschrijft het artistieke leven van Hein de Bruin en zijn vrienden. |
||||||||||||
Biografie Hein de Bruin werd op 22 maart 1899 in IJlst, Friesland geboren. Hij was het enige kind van de scheepsmakersbaas Gerben de Bruin en Antje Bijlsma. Na een korte periode in Essen, Duitsland, verhuisde de familie naar Enkhuizen, waar zijn ouders een boekwinkel annex sigarenhandel dreven. Hein doorliep de lagere school en mogelijk de middelbare school. In Enkhuizen raakte hij bevriend met de schilder Willem Bastiaan Tholen wiens stijl in Hein zijn schilderijen is terug te vinden. Zijn vader Gerben verbood dat Hein naar de kweekschool ging omdat deze geen brood in het beroep van leraar zag. Hij ging naar kantoor bij zaadhandel Sluis en Groot waar hij bevriend raakte met Harmen van der Leek, die in 1923 één van de oprichters van Opwaartse Wegen zou zijn.In 1920 verhuist Hein naar Amsterdam en verhuisde in 7 jaar vier keer, in die tijd normaal bij het grote huizenaanbod en het weinige huisraad. 5 nov. 1920 Frederik Hendrikstraat 94 (3h), vestiging in Amsterdam vanuit Enkhuizen. 2 dec. 1920 Jacob Catskade 12 (1h), aan het water. Deze twee adressen liggen vlakbij de woning van zijn vriend uit Enkhuizen Cor Kint aan het Frederik Hendrikplantsoen. Het waren vermoedelijk kosthuizen. Op 8 juni 1922 trad Hein op Ameland in het huwelijk met Trijntje Neij (Hollum, 21 januari 1900) en verhuisde op 21 juni 1922 naar de Chasséstraat 103 (3h). 10 februari 1923 Sportstraat 58 (hs) daarna op 1 februari 1926 naar Sportstraat 60 (1h). Op 11 december 1930 verhuisden zij, met inmiddels vier kinderen, naar hun laatste adres om de hoek Stadionweg 290 (3h) welk adres in januari 1931 gewijzigd is in Stadionweg 324 (3h). In 1920 gaat hij werken bij de Incassobank in Amsterdam waar hij tot 1946 zou blijven werken als correspondent buitenland. Hein zakt voor zijn akte MO-Duits en raakt daarna overspannen. In de tweede helft van de twintiger jaren ontwikkeld hij zijn schrijverschap. Vanaf 1927 publiceert hij columnachtige stukjes en proza in het blad "Stuwing". Hij onderneemt reizen naar Duitsland en Zwitserland. Vanaf 1928 publiceert hij in "Opwaartse Wegen" en andere tijdschriften van Protestantse aard. Begin dertiger jaren komt zijn literaire leven op gang. Hij is naast zijn kantoorbaan secretaris van de Christelijk Letterkundige Kring Amsterdam en hoofdbestuurslid van het Verbond van Christelijk Letterkundige Kringen. In maart 1933 toe tot de redactie van "Opwaartse Wegen" en breiden zijn contacten zich uit naar: Jan Hendrik de Groot, Henk van Randwijk, Gerrit Kamphuis, W.A.P. Smit, P.J. Risseeuw en Klaas Hanzen Heeroma. Tegelijkertijd komt hij in contact met de gereformeerde kringen van het "Hersteld Verband" waar onder andere ds Jan Buskes, Klaas Smelik en Fedde Schurer aangesloten waren, en waartussen hij zich thuis voelde. In 1932 verscheen zijn eerste dichtbundel "Het ingekimde land". |
|
|||||||||||
Hein de Bruin met zijn vrouw
Trijntje Neij |
||||||||||||
In 1934 verschijnt zijn roman "Wat blijft". In die tijd schrijft hij novellen, gedichten en kritische proza. In augustus 1936 treedt hij toe de redactie van het tijdschrift "De Werkplaats", opgericht door onder meer W.A.P. Smit en K.H. Heeroma dat in 1938 alweer fuseert met "Elkerlyc" dat een jaar later opgeheven wordt. In 1939 en tot de opheffing van het blad in 1940 is de Bruin weer redacteur van "Opwaartse wegen". In 1939 en 1940 zoekt de Bruin tevergeefs naar een uitgever van zijn tweede roman "Verborgen omgang". In 1941 verschijnt zijn gedichtenbundel "Hernieuwd denken" en zijn novelle " 't Rad der geboorte". In die zelfde tijd werkt hij meer aan het vertalen van verzameld werk van Dickens voor uitgeverij Het Spectrum en in 1942 en 1943 aan de vertaling van Dickens' "Great expectations". In 1943 schrijft hij het verhaal "Van kracht tot kracht"en zijn sonnettencyclus "De brief". Begin 1943 volgt zijn herdichting van het boek "Job". In 1944 en 1945 schrijft hij het Bijbels drama "Paulus in Efeze" en in 1945 verschijnt zijn laatste bundel met losse gedichten, "Ebben en ivoor". In 1946 vertaalt hij Shelley's gedicht "Juliaan en Maddalo" en vertaalt hij "De grote scheiding" van C.S. Lewis. In datzelfde jaar 1946 zag hij kans om van baan te veranderen en kon terecht bij het "Nationaal Instituut", waar prins Bernard voorzitter van was. De Bruin kwam in dienst als chef van de afdeling Pers en Publiciteit en zat tevens in de redactie van het jeugdblad "Met vlag en wimpel". Vlak nadat het Nationaal Instituut werd opgeheven raakte hij in een depressie en werd daarvoor behandeld in de Valerius-kliniek tot hij in 1947 uit de Kliniek ontslagen werd. Van zijn vriend Piet Meertens kreeg hij een baantje op diens "Dialectenbureau" tegenwoordig het Meertens_Instituut. Maar zijn depressies kwam hij niet te boven en verhing zich 10 juni 1947. Het leven en werk is uitgebreid beschreven in het christelijk literair tijdschrift Bloknoot 2 Mei 1992. Naast schrijvers ontmoette Hein diverse schilders en illustrators. in zijn jeugd in Enkhuizen raakte hij bevriend met de schilder Willem Bastiaan Tholen wiens stijl in Hein zijn schilderijen is terug te vinden. Henk Krijger woonde in Amsterdam "om de hoek" en illustreerde meerdere van zijn boeken. Hij kwam regelmatig over de vloer en Henk maakte naast de vele illustraties in zijn boeken een schilderij van hem dat nu in het Literatuurmuseum bewaard wordt. Anton Pieck illustreerde "Man en macht" in zijn bekende stijl. Toon van Ham maakte een tekening in "Van kracht tot kracht" Henk Henriët, wiens collectie nu in het Rijksmuseum ligt, tekende Hein en een van zijn dochters, Gerda. |
||||||||||||
Gerben de Bruin, Hein, Door, Gerda, Tiny, Annie, Trijntje, Antje Bilsma |
||||||||||||
Premiere-aankondiging Coos van Hoboken | ||||||||||||
Schilderijen van Hein de Bruin | ||||||||||||
Urbanuskerk in Ouderkerk aan de Amstel, 1923 | De mogelijke plek waarvan geschilderd is | |||||||||||
Zeilboten gezien vanuit haven Enkhuizen, 1944 | ||||||||||||
Kerkje in Hollum, Ameland | Had Hein de kerk gespiegeld? | |||||||||||
Kerkje in Hollum, Ameland | ||||||||||||
Zicht op kerk in Enkhuizen? | Zicht op Zuiderkerk vanaf Zuiderhavendijk in Enkhuizen | |||||||||||
|
||||||||||||
Molen | Roeiers. Seine Parijs? 1940 | |||||||||||
Hein de Bruin getekend door Henk Henriët | Hein de Bruin geschilderd door Henk Krijger | |||||||||||
Anton Pieck uit Man en Macht | Anton Pieck uit Man en Macht | |||||||||||
Henk_Krijger, Paulus in Efeze | Henk_Krijger, Paulus in Efeze Job | |||||||||||
Henk Krijger, Rad der geboorte | Henk Krijger, Job | |||||||||||
Ex libris ontworpen door H. Deen | Huisjes op Vlieland Henk Krijger, 1936, Privébezit |
Bibliografie |
|
Poëzie: | |
Titel, Jaar, Uitgever, Opmerkingen |
|
|
|
Het ingekimde land, 1932, Amsterdam, Uitgeversmaatschappij "Holland"
|
|
|
|
John Donne,
De wonderbare tweestrijd, 1939, La Corona, Gewijde sonnetten, Amsterdam,
Marnix-pers, Vertaling sonnetten in samenwerking met met Fedde Schurer,
Gabriël Smit, Pieter Venemans en Theun de Vries |
|
Hernieuwd herdenken, 1941, Amsterdam, Uitgeversmaatschappij "Holland" | |
De brief, 1942, zonder naam en
uitgever, Clandestiene uitgave, herdrukt in "Ebben en Ivoor" |
|
Job, 1945, Baarn, Bosch & Keuning N.V., episch gedicht, nog in bezettingstijd gedrukt. Herdruk in 1954 | |
Ebben en ivoor, 1945, Bayard Press, Half-clandestiene uitgave | |
Nagelaten gedichten, 1948, ? | |
Het ingekimde land en andere
gedichten, 1976, Bosch & Keuning N.V., door W. Hazeu. Verzameling Het
ingekimde land,John Donne, De wonderbare tweestrijd, Hernieuwd herdenken,
Ebben en ivoor, Verspreide gedichten 1927-1947 |
|
Proza: |
|
Wat blijft, 1934, 's-Gravenhage, D.A. Daamens
Uitgeversmaatschappij. |
|
Schalm en
scharnier, 1935, Kampen J.H. Kok N.V. 1936 |
|
De passagier, 1933, Opwaartse wegen 11,83 en 1936, Werk - Het boek der jong-protestants letterkunde, D.A. Daamen Uitgeverij maatschappij NV 's-Gravenhage, verhaal, pag 18-23 | |
De verborgen omgang, 1936-1940, De Werkplaats 1, 481 en 2,433 en
Opwaartse wegen 17,12, fragmenten in Ontmoeting 4,419-1950 |
|
Man en macht, 1938,
Elckerlyc-boekjes no 2, Baarn, Bosch & Keuning N.V, Met tekeningen van
Anton Pieck |
|
't Rad der
geboorte, 1941, 's-Gravenhage, D.a. Daamens Uitg. Mij, Met tekeningen
van Henk Krijger. Genummerde oplage
300 ex. |
|
Van kracht tot kracht,
1942, Schildpad-reeks no 8, Utrecht, J. Romijn, zomer 1943, Met een tekening
van Toon van Ham. Clandestiene uitgave |
|
|
|
De grote Scheiding, 1946, Amsterdam, W. ten Have, 1947 |
|
Toneel : | |
Paulus in Efeze, 1946, Bosch & Keuning N.V. (Programma van de uitvoering) | |
Schalm en scharnier, 1935, Kampen J.H. Kok N.V. 1936 | |
Brieven: | |
In 'Vier vrienden' (1971) van Jan Buskes staan brieven van Hein de Bruin aan Jan Buskes. | |
In "Opwaartse wegen" Schrijversprentenboek 28 pag 81, (1989) staat een brief van Hein de Bruin aan Roel Houwink van 9 maart 1936. | |
In 'Bloknoot' van mei 1992 staan brieven afgedrukt van Hein de Bruin aan Bert Bakker, J.J. Buskes en Gerrit Kamphuis. Ook staan er brieven in aan Hein de Buin van Klaas Hendrik Heeroma, Gabriël Smit en Gerrit Kamphuis. | |
|
|
Brief aan Derk 22 december 1944 | |
Brief aan Derk 29 januari 1945 | |
Studies | |
Studie over H.Marsman
naar aanleiding van zijn laatste bunder "Tempel en Kruis" |
|
Aantekeningen over een bundel verzen met titel: De Nieuwe Dag en verschillende opzetjes 1942 | |
Handgeschreven gedicht Troost | |
Vertalingen |
|
Gedichten van Fedde Schurer (onder andere "Troost"
en "Taboe") uit het Fries.
|
|
Het gedicht "Danse Macabre" van Gerben Brouwer
uit het Fries.
|
|
"Great expectations" van Charles Dickens (1942 -1943)
|
|
De sonnetten van Shakespeare, onder andere gepubliceerd in [Ad
Interim"]] (juni 1945).
|
|
Shelley, "Juliaan
en Maddalo" (1947).
|
|
C.S. Lewis, "De grote scheiding" (1947).
|
|
Gedicht van Francis Jammes: "Gebed, met de
ezels, om het hemelrijk te mogen binnengaan" in "Tenzij gij mij zegent",
verzameld door J.W. Schulte Nordholt (1960)
|
|
Bronnen, noten en/of referenties: | |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Literama-januari1977
dr.
J.J. Buskes: Hein de Bruin heeft scherper dan wij allen
gezien waar het in de bijbel om gaat |
|
|
|
Radio NCRV aankondiging | |
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontmoeting, Letterkundig en algemeen-cultureel maandblad, 1e jaargang, no.10-11, juli-augustus 1947, pag 321-325 | |
Ontmoeting, Letterkundig en algemeen-cultureel maandblad, 2e jaargang, no.2, 1947, pag55-66 | |
Ontmoeting, Letterkundig en algemeen-cultureel maandblad, Hein de Bruin 4e jaargang, no.9, juni-juli 1950, pagina 385 – 390 | |
Verantwoording en Ontmoeting | |
Levensbericht - K. Heeroma - Omslag - Ontmoeting-4e jaargang-No 9-juni-juli-1950 | |
Hein de Bruin in gesprek - K. Heeroma | |
Henk Krijger - Hij en Ik - Ontmoeting-4dejaargang-No9-juni-juli-1950 ---- Hij en ik als tekst | |
Levensbericht - K. Heeroma - Omslag - Ontmoeting-4dejaargang-No 9-juni-juli-1950 | |
De verborgen omgang - Hein de Bruin 1936 - 1940 | |
Bibliografie - Hein de Bruin | |
Bloknoot, christelijk literair tijdschrift, no 2, mei 1992 | |
Dr. J.J.Buskes, Vier vrienden, 1971, Semper Agendo N.V.
Apeldoorn |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Graf op zorgvliet, Amstelveen. Originele graf Hein en zijn vrouw Trijntje en gedenksteen na ruimen van het graf | |
<-- Naar startpagina |
Ed
Nieuwenhuys, 26 augustus 2022
12 februari 2021,
5 april 2019, 21
november 2017,10 December 2013, 27
december 2012, 23 september
2012 ,
5 Augustus 2012 , 20 februari 2011,
17 April 2009, Maart 2009 , Februari 2009, September, 2007